Vooroorlogs

BMW R20

Voorgeschiedenis

Vanaf 1928 bepaalde de Duitse regering dat men motorfietsen tot 200cc belastingvrij en zonder rijbewijs mocht gebruiken. Een regeling die een beetje lijkt op de Nederlandse Onder-de-zestiger, waarbij motorfietsen onder de 60 kg belastingvrij waren. Daarom bracht BMW in 191 de R2 op de markt. Hoewel de machine verhoudingsgewijs duur was omdat frame en voorvork van de veel zwaardere modellen werden gebruikt, werd het een redelijk succes. Daarom bleef de R2 tot in 1937 deel uitmaken van het programma, en kwam er zelfs een opvolger.

R20

De R20 volgde de R2 in 1937 op. Bij de R2 was de plaats van de dynamo al eens gewijzigd in verband met de vervuiling van het systeem, bij de R20 zat de dynamo voor het eerst op de kop van de krukas, waar hij tot en met 1997, toen de R100 Classic uit productie ging, zou blijven zitten. De R20 bezat ook het nieuwe, in 1936 op de R5 geïntroduceerde, frame van getrokken ovale buizen en een telescoopvork. De  accu was verhuisd naar de achterkant van de versnellingsbak, onder het zweefzadel. Net als bij de zwaardere modellen R5 en R6 had de machine voetschakeling gecombineerd met een handpook. Uiteraard bleef de cardanaandrijving gehandhaafd. Vóór en achter waren trommelremmen gemonteerd. De motor was overigens ook helemaal nieuw, boring en slag waren gewijzigd. In 1938 veranderde de Duitse wet, en het voordeel om een motor met minder dan 200cc aan te schaffen verviel. Daarom ging ook de R 20 weer uit productie. BMW had al in  1937 de 340cc R35 geïntroduceerd, en voor de liefhebbers van een lichtere motor kwam in 1938 de 250cc R23.

Technische Gegevens

  BMW R20
Periode 1937-1938
Categorie toermotor
Motortype kopklepmotor
Bouwwijze langsgeplaatste eencilinder
boring 60 mm
slag 68 mm
Cilinderinhoud 192 cc
Max. Vermogen 5,5 kW/8 pk
Topsnelheid 95 km/h
Aandrijving cardanas
Rijwielgedeelte dubbel wiegframe, buisframe
Drooggewicht 130 kg
Max. totaalgewicht 330 kg
Tankinhoud 12 ltr
Voorganger R 2
Opvolger R 23