Viscositeit

Alle oliesoorten variëren in viscositeit (dikte) met het veranderen van de temperatuur. Hoe kouder de vloeistof, hoe dikker en hoe heter de vloeistof wordt, hoe dunner. Kijkt u maar eens wat er gebeurd als u een fles olijfolie in de koelkast zet. Daarom werd er toen er alleen monograde oliën op de markt waren in de winter een SAE30 en in de zomer een SAE40 gebruikt. Eind jaren ’50 kwamen de eerste multigrade oliën op de markt. Dit waren zogenaamde 20W/50 oliën. De W staat hier voor winter en geeft de dikte aan bij koude temperatuur en het getal 50 is de dikte bij 100 graden Celsius. Het voordeel van deze oliën ten opzichte van de monogrades was dat men niet langer de olie hoefde te verwisselen vanwege het temperatuurverschil tussen zomer en winter. De multigrade oliën bevatten een chemische stof die het dunner worden van de olie met het toenemen van de temperatuur tegengaan. Het probleem met deze stoffen is (viscositeits index "VI” verbeteraars) die bestaan uit lange kettingen van polymeren is, dat door het gebruik deze kettingen korter worden wat hun kracht om viscositeitsverlies tegen te gaan vermindert. M.a.w. een olie die begint als een SAE50 bij 100 graden Celsius kan door het gebruik veranderen in een SAE40 of lager. De eerste VI verbeteraars hadden erg weinig weerstand tegen dit kapot gaan van de polymeren (afschuiven). Hier schuilt een groot gevaar voor de huidige klassiekerbezit(s)ter, er zijn namelijk nog steeds klassieke oliën op de markt die dezelfde polymeren gebruiken als ten tijde van de intrede van de multigrade. Dit zijn dus totaal achterhaalde producten, die naast het snel verliezen van van de originele viscositeit ook nauwelijks bescherming tegen slijtage bieden, omdat ook de additieven technologie die in deze oliesoorten wordt gebruikt stamt uit de jaren ’50 en ’60. Kijk dus altijd goed uit bij de keuze van een klassieke olie.

Een ander mechanisme wat de viscositeit van oliën vermindert is de vervuiling door brandstof. Dit is vooral het geval met klassieke benzinevoertuigen die slechts voor korte ritjes worden gebruikt, vooral in de winter. Men moet dan immers veel vaker gebruik maken van de choke, wat meer brandstofgebruik met zich meebrengt. Deze benzine verbrandt niet volledig en verdwijnt gedeeltelijk in het carter waar het de olie verdunt.

Moderne polymeren zijn ook beter tegen slijtage bestand. Indien er in het oude instructieboekje een monograde (SAE 30 of 40) stond voorgeschreven kunt u meestal probleemloos overschakelen op een 20W/50. Behalve eigenaren van voertuigen met een zogenaamd “big-end” rollager op de krukas kunnen geen multigrade gebruiken, omdat deze lagers in sterke mate de eigenschap hebben om polymeren kapot te maken. Hierdoor zal een 20W50 zeer snel veranderen in een SAE20 die veel te dun is om te smeren en dus snel tot ernstige slijtage zal leiden.

Doctor Millers News, oktober 2001.