Naoorlogs

BMW R24

De BMW R23 volgde in 1938 de R20 op. De R20 was een 200cc model, dat in de markt was gezet omdat een Duitse wet het rijden met motorfietsen tot 200cc zonder rijbewijs en zonder belasting te betalen toestond. In 1938 verviel deze regeling, maar er kwam een nieuwe rijbewijsklasse voor motorfietsen tot 250cc. Het was dus logisch de cilinderinhoud te vergroten. Omdat de R23 in feite een opgeboorde R20 was, kon men zelfs een ombouwset kopen, om de R20 zelf tot R23 te modificeren. Net als de R20 had de R23 dus al het in 1936 geïntroduceerde buisframe en een telescoopvork.

R24

Nadat de productie van de R23 in 1940 was gestopt duurde het tot 1948 voor er een opvolger kwam. De ontwikkeling had al die tijd (zoals in heel Europa) praktisch stil gestaan. Alle Europese merken startten na de Tweede wereldoorlog de productie weer op met vooroorlogse modellen, en BMW deed dat ook. De R24 was dan ook vrijwel identiek aan zijn voorganger, de R23. Het chroom was verdwenen, vanwege de tekorten die er vlak na de oorlog waren, en de machine moest natuurlijk ook zo goedkoop mogelijk geproduceerd worden. Het in 1938 ontwikkelde frame met plunjervering was dan ook niet toegepast. De telescoopvork was gebleven. De R24 werd een verkoopsucces omdat er grote behoefte was aan goedkope vervoermiddelen. In 1950 werd hij opgevolgd door de R25. Er waren toen 12.020 stuks geproduceerd.

Technische gegevens

  BMW R24
Periode 1948-1950
Categorie toermotor
Motortype kopklepmotor
Bouwwijze langsgeplaatste eencilinder
boring 68 mm
slag 68 mm
Cilinderinhoud 247 cc
Max. Vermogen 9 kW/12 pk
Topsnelheid 95 km/h
Aandrijving cardanas
Rijwielgedeelte dubbel wiegframe, buisframe
Drooggewicht 130 kg
Max. totaalgewicht 290 kg
Tankinhoud 12 ltr
Voorganger R 23
Opvolger R 25