Naoorlogs

BMW R26

De BMW R26 werd in 1956 als opvolger van de R25/3 geïntroduceerd.

Het was in alle opzichten technisch een flinke stap vooruit en het liet de stand van de Duitse motorfietstechniek goed zien. Voor zowel als achter was nu een swingarm gemonteerd. De cardan werd nu door het rechterbeen van de achtervork naar achteren gebracht, er was 15 pk aan boord, verbeterde remnaven en het frame was door de montage van een verstelbare swingarmvoorvork beter op zijspanrijden voorbereid.

Aan het motorblok is in de beginjaren van de productie nog wel gesleuteld om de betrouwbaarheid verder te vergroten. Zo zijn er verschillende krukassen en drijfstangen voor de R26 in omloop. Pas dus op bij revisies, niet elk huwelijk tussen een R26 krukas en een R26 drijfstang is een gelukkig en lang leven beschoren. Ze moeten wel bij elkaar passen.

Dat er toen anders over het produceren van motorfietsen werd gedacht dan nu blijkt wel uit het feit dat de laatste R26's al de 'paardelul' van de latere R27 als achterlicht meekregen. De Ebers waren blijkbaar 'op'. Mocht u er één hebben met een Eber achterlicht (zo'n kleintje) wees er dan zuinig op en rij er niet mee in het donker, tenzij u natuurlijk concurrent van de Engelse 'King of darkness' wil spelen.  Toen de R26 in 1960 werd opgevolgd door de R27 waren er 30.236 stuks geproduceerd.

Technische Gegevens

  BMW R26
Periode 1955-1960
Categorie toermotor
Motortype kopklepmotor
Bouwwijze langsgeplaatste eencilinder
boring 68 mm
slag 68 mm
Cilinderinhoud 247 cc
Compressieverhouding 7,5 : 1
Max. Vermogen 11 kW/15 pk
Topsnelheid 128 km/h
Topsnelheid met zijspan 90 km/h
Aandrijving cardanas
Rijwielgedeelte dubbel wiegframe, buisframe
Leeg gewicht 158 kg
Max. totaalgewicht 325 kg
Max. totaalgewicht met zijspan 480 kg
Tankinhoud 15 ltr
Voorganger R 25/3
Opvolger R 27

 

Meer artikelen...

  1. BMW R27