Restauraties

BMW R26 restauratie J.B. Witteman

Gaarne wil ik voldoen aan het verzoek van ons technisch medelid, Ron Konijnendijk, welke mij bij het restaureren van mijn R26 van 1956 met goede adviezen een grote dienst heeft bewezen. Laat ik mij eerst voorstellen, Jan Witteman, geboren en getogen in het westen-, van mijn 25ste jaar gewoond en gewerkt hebbend in midden-, en sinds 1993 Vutter en nu gepensioneerd zijnde, in het oosten des lands, waar het ons uitstekend bevalt in ons nieuw, naar eigen ontwerp, gebouwd huis. Ik ben een zogenaamde her opstapper, nadat in 1990 mijn echtgenote Henny hoorde, dat zij oma zou worden en toen zei: “ Jan, we hebben altijd heerlijk motor gereden, toen de jongens nog thuis waren ging de BMW op de aanhangwagen mee, maar een grijs hoofd in zo’n integraalhelm, oma zijnd, ik zie het niet meer zitten; ’t is mooi geweest, maar wel geweest.” Ik onze vlekkeloos mooi R75/6 aan onze jongste zoon gaf, die destijds in Canada woonde en werkte en ook bezeten was van het motorrijden. Kan ook niet anders, van beiden zeg ik nogal eens: “Ze zijn er zowat op gemaakt en geboren, omdat wij in 1955 ons eerste motorrijwiel, een Jawa 350cc tweetakt, in 1956 ingeruild voor een nieuwe DKW RT 350cc tweecilinder 2 takt, en deze door technische gebreken, dat jaar nog werd ingeruild voor een één jaar oude BMW R69 bij mijn BMW-BSA en DKW dealer: Akkel Moeke in Heemstede. Wij zijn er in 1958 op getrouwd en dat jaar werd ook onze oudste zoon geboren, die hier kortbij woont en een R80RT boxer van 1985 bezit en welks onderhoud aan mij is opgedragen, waardoor ik de rijervaring bijhoud. (Niet alle onderhoud hé, Jan Becks als een krukaskering door mij verkeerd wordt gemonteerd en nieuwe balhoofdlagers toch blijken te kraken). maar daarover ooit eens meer. Dan wordt de jongste zoon door diens taalvaardigheid en vleeskennis door een grote boerencoöperatie in het zuiden des lands naar Europa teruggehaald, laat z’n R75/6 bij de voorzitter van de BMW-club Ottawa achter en koopt achtereenvolgens een R100RT, gevolgd door een Spaanse R80RT, een Franse R100GS en vorig jaar een R1150GS. Hij werkt meestentijds in de Zuid- en Midden Europese landen, woont samen met een Nederlands / Spaans meisje in Monaco, welke gelukkig graag de duo engel wil zijn. En door haar afkomst naast moderne talen het Spaans en Italiaans vloeiend beheerst en……ook in de vleeshandel zit, ons lieve allochtoontje! Dan werd door beide zonen nogal eens het balletje opgegooid: “ Goh, pa, wat zou het niet leuk zijn als u weer eens een BMW kocht om met ons drieën of met ons zessen een mooi toertocht te maken. Het gaat weliswaar van onze erfenis af, als jullie ooit  eens uw hoofden definitief neerleggen, maar U kennend, brengt de BMW, door U onderhouden, meer op dan dat hij gekost heeft”. Ja hoe durven ze het te zeggen, de rotzakken! Bij de ons bekende Beck’s Motoren in Wijhe rondgekeken, prachtige twins en mono’s, echter die verrekte hoge prijs, ze zijn het waard, dat wel, maar  om daar nou geld voor te lenen, nog maar niet.

Inmiddels leer ik hier in 1998 bij  toeval Gerard Wessels kennen en maakte ook kennis met zijn echtgenote Irene, ik noem haar Miss Mono, en hun beider hobby: Mono-bereiders en lid van de club. Hun R27-en zijn in vlekkeloze staat en ik wilde er wel op een bieden, totaal zinloos, maar ik was wel verkocht, ik wilde er ook zo een hebben. Deze wens werd tot in Italië gehoord en vorig jaar een bericht uit Monaco: “Er wordt hier een R26 van 1956 aangeboden, die Italiaan was al begonnen met restaureren, maar ziende de tijd en geld erin te moeten stoppen, in 1987 uit het verkeer genomen, ermee opgehouden en te koop gezet. Om dit verhaal deze keer niet te lang te maken, ga ik ermee verder in de volgende Mono- Revue.

Mijn introductie in de vorige mono revue eindigde, toen onze zoon vanuit Monaco naar een Italiaan ging om die in onderdelen aangeboden R26 van 1956 te bekijken en er foto’s van te maken. Daar 9 foto’s genomen waarvan ik er één hierbij doe en de vraagprijs. Belangrijk was dat het motor- en framenummer gelijk waren. Voor ƒ 3400,--, inclusief zelfgemaakt montagebrugje, mocht ie ‘m met de stationwagen van z’n werkgever naar Almelo brengen.

Nog voordat de R26 hier was, naar Vehikel in Utrecht, kennis gemaakt met de mono club en rondkijken. Daar een staaf RVS zeskant 14 mm gekocht, moeren en bouten M8 zijn tegenwoordig 13mm sleutelwijdte. Daar trof ik BMW standhouder Harry Broekhuis met diens echtgenote uit Aadorp, hier 7 km vandaan, ook Jules Erkelens, die mij toezei een werkplaatshandboek te zullen toesturen. Begin mei 1999 arriveerde dat zooitje oud ijzer, banden 350 x 18 volledig verdroogd, de alu wielen, spaken en naven, alles zwaar tot bruin toe geoxideerd, achterspatbord van een R25/3, stijf van roest en 3 bakken met roestige kleine onderdelen, die ik toch wel herkende. Het motortje liet zich met de flens van de hardy-schijf in alle versnellingen soepel draaien, maar de olie aftappluggen lagen los in die bakken. De wielen eerst maar aangepakt, banden weggegooid en de naven leeggehaald. Het gereedschap, ooit aangeschaft en gemaakt voor m’n R69, kwam weer van pas. Lagers bij de groothandel besteld en de spaaknippels een week lang nat gehouden met petroleum en dan losfrotten. Zes van de 72 spaken braken bij de nippel af, maar niets weggooien, ze kunnen nog van pas komen. De alu wielen eerst gevijld (deukjes en pitten), dan grof en fijn waterproof schuren en polijsten met m’n boormachine en zelfgemaakte lappenschijf, commandant grove cleaner is er zeer geschikt voor. Als nieuw werden ze, hoewel Henny mopperde, omdat de vuile kleding, mijn handen en gezicht niet schoon te krijgen waren. Maar ja, dat hoort er allemaal bij. De naven inmiddels laten staalstralen, waarna bleek, dat één niet meer te gebruiken was. De zittingen van de messing spaakhoedjes waren voor 90% weggerot. Bij Broekhuis een gebruikte naaf en 72 nieuwe spaken gehaald. Maar hoe ik het wiel ten opzichte van de naaf ook legde, de spaken waren over de volle lengte 3,5 mm dik, dat in tegenstelling tot de oude, die dunner worden tot 3 mm bij de nippel, dus die oude dan maar gebruiken. Met Tolenaar R.dam, op de Veteranenbeurs ontmoet, in conclaaf: vuil aangeleverd ƒ5,50 per spaak, geslepen ƒ1,50; 2 steekassen met ring en moer erbij voor ƒ125,-- alles degelijk verchroomd. Dus komt nou een prutsklus; hoe maak ik de spaken roestvrij? De eerste 2 spaken kosten mij een hele avond, dat schoot niet op. Dan die zooi maar van me afgegooid en eens naar het frame en spatbord gekeken. Balhoofd- en swingarmlagers vergaan. Het hele spul in de aanhanger gelegd en bij Broekhuis in Aadorp ter beoordeling laten zien, die direct een reparatieplek in de onderste rechterframebuis signaleerde, maar netjes hersteld met een schetsplaatje. Oei dat kan tot problemen leiden bij de keuring te zijner tijd. In Leidschendam een voorlopige keuring aangevraagd en kon op korte termijn bij de RWD hier in Almelo terecht. De keurmeester deelde mij mee, dat hij de R26 er niet om zou afkeuren als ik er eens mee ter toelating op de Nederlandse wegen zou komen. Deze keuring kostte mij niets. Via ons lid Gerard Wessels, hier uit Almelo, het mono handboek verkregen en met nieuwe swingarm- en balhoofdlagers erin, het frame op kromheid gecontroleerd. Dat bleek goed en dus kon ik toen verder. Dank voor het gebruik van de M20 tap Gerard! Fa. Kamp in Apeldoorn doet in kleingoed moffelen (poedercoaten) en omdat ik toch die kant opmoest met de R80 RT van de zoon naar Wijhe bij Beck’s motoren, deze afgeladen en hem het cardan in de handen gedrukt ter revisie. Op de weg terug op de A1, met lege aanhangwagen, 87 km/u rijdend, gefotografeerd en een prent thuis van ƒ60,--; een voorproef op het rekeningrijden t.z.t. door onze beëdigde rijkstollenaars. Dan krijg ik een helder idee voor het ontroesten van de spaken! Een nippel met contramoertje van een afgebroken nippel gemaakt, op zo’n spaak gedraaid en daarmee geschikt gemaakt voor in mijn houtdraaibankje, verrek……. 6 spaken per uur ontroest, geslepen en geschuurd, wat een geluk, dat ik ze niet met een draadtang heb afgeknipt, echter, wel per wiel een maand werk, maar als nieuw!

 De ontbrekende 6 spaken waren in Aadorp voorhanden. Het moffelwerk, frame, koplamp, tank en swingarmen, was wel glad maar niet glimmend zwart, dus besloot ik dit in mijn garage met goede zwarte autoverf over te spuiten. Dit gedaan hebbend, ik was toch trots op mijn werk, mooi glanzend zwart zonder tranen, 2 dagen later al mijn spuitwerk verdofd, de verfboer had vergeten sikatief toe te voegen, hetgeen nodig is om uit te harden. Dramatisch! Alles er weer afgewassen met thinner, schuren en grondverf spuiten, daarna weer aflakken, nu met de juiste samenstelling; materialen en verf gratis van mijn verfboer, maar wel 3 weken verder. Hoewel ik er wel al eens naar gekeken had, er echter nog niets mee gedaan, kwamen nu de motor en versnellingsbak aan de beurt. Na de spaken met nippels, de steekassen met ringen en moeren, de lampranden geslepen te hebben, ze naar Tolenaar in Rotterdam gebracht en bij Monshouwer in Gorkum om twee spatborden gegaan. Te slechte conditie voor dat geld. Voor het voorspatbord naar Broekhuis met inruil van dat roestige R25/3 spatbord. In Groningen op de motorshow met BMW dealer Tjibbe van Houten kennis gemaakt, deze bood mij een achterspatbord aan voor een prijs die aantrekkelijk was om naar Drachten te rijden. Omdat ik toch voor de zoon met diens helmen voor intercom inbouw naar Kasper Mulkens “de hobbyist” moest, heb ik hem de cilinderkop ter revisie, tevens om loodvrij te gaan rijden, gegeven en 3 compressie- en een olieschraapveer meegenomen. Inmiddels keuring aangevraagd en op 13 mei gepland. De tijd begon te dringen, nog maar 14 dagen tot die datum. Alle wiel- frame en motorlagers waren van de groothandel gekomen, alle M8 bouten en moeren van een staaf rvs 14 mm en rvs draadeind gezaagd en gevijld, (waar Vehicle al niet goed voor is), de M5 en –6 boutjes en moertjes bij de vakhandel gehaald. De motor gaf geen problemen, een Duits werkplaatshandboek liet zien, dat de tweede overmaat zuiger en cilinder in goede conditie waren, kruk- en nokkenas, oliepomp, dynamo en onderbreken eveneens. De distributieketting was zonder speling, achter te lang; met een R27 kettingspanner werd ook dat opgelost. Naast de lagers heb ik wel de spanningsregelaar voor een elektronische, de uitgeslagen Hardyschijf en de volledig versleten bekabeling moeten vervangen. Broekhuis Aadorp is voor mij een dichtbij en volledig magazijn, niet goedkoop, maar zoals wijlen m’n schoonmoeder zei: “beter duur dan niet te koop”. Twee dagen voor de keuring, het grote moment: doet ie ’t of doet ie ’t niet? Traditioneel: kraantje open, vlotteren twee trappen zonder en één trap met contact aan en zie: lopen!! Echter met heel veel rook, garagedeuren open en buren op het geluid en de rook afkomend, wel trots, maar waarvandaan die rook en zwarte olie uit de uitlaat, wellicht de nieuwigheid, laat me een eindje gaan rijden. De zoon met auto en aanhanger achter mij aan, gelukkig, want na 2 km rookgordijn even gestopt en contact af; nooit meer aan de praat gekregen. Op de aanhanger naar huis, overal zwart olie; wat nu? Naar Broekhuis, die me zei: “Zo kun je goedkeuring wel vergeten, de olieschraapveer pompt olie vanuit het carter boven de zuiger, vandaar”. Op 13 mei per rijwiel naar de RDW, papieren mee, daar het probleem verteld en de meegebrachte papieren laten zien. Onvoldoende, ik zou hem hiermee niet hebben goedgekeurd, er moet een officieel bewijs van kentekenafgifte bij, over een maand verwacht ik je weer, zei de keurmeester. Dan ga ik naar onze Ron Konijnendijk, ik moest toch met m’n km-teller naar VDO-Kienzle voor revisie en ijking en van hem heb ik heel veel goede tips gekregen. “Geen sims gebruiken om de axiale speling van de tuimelaars op te helpen, er komt dan geen olie op tuimelaars en klepgeleiders, boringen niet open en schoon, olieschraapveer omdraaien, sproeiernaald ander positie”.Dank je wel Ron. De olieschraapveer andersom, desondanks rook en olie uit de uitlaat, dan de oude veren maar weer gemonteerd en zie, het probleem was de wereld uit. In Italië bij de vorige eigenaar het vereiste document opgevraagd, de BMW km-teller thuisgekregen en 12 juni werd m’n R26 RDW goedgekeurd. 

Afspraak gemaakt bij Ron en Ivan Bubie voor verzekeringstaxatie. Bij de RDW- Veendam weten ze wel vlot te handelen als een flitsbekeuring moet worden doorgegeven, echter, om mij een kentekenbewijs toe te sturen, moest ik wel de hulp van de nationale ombudsman inroepen. Op 22 juli, de R26 op de aanhangwagen geladen, een zwager in Velsen was jarig, met de vakantiehonden van de schoondochter naar de Nieuwendammerdijk. Nou Ivan, je woont dan heel pittoresk, jullie koffie was heerlijk na 2 uur rijden, maar het zou Amsterdam niet misstaan als ze het plaveisel van de Dijk eens onderhanden zouden nemen.

Nu verzekerd rijden; in september was de jongste zoon met z’n 1150 GS in Almelo, de oudste met z’n R80 RT en hebben we met z'n drieën een heerlijke rit door Overijssel gemaakt, waar de jongens wel zeiden; “Pa je hebt nu wel een leuk koffiemolentje, maar denk toch maar eens over een dubbelmono”, hetgeen wellicht nog eens zal plaatshebben. 

Groeten vanuit Almelo.
J.B. Witteman.