Verhalen
Verhalen uit de oude doos
- Details
- Categorie: Verhalen
In navolging van jullie oproep om sappige motorverhalen heb ik maar de stoute schoenen aangetrokken en ben in de pen geklommen ... wie weet!!
Eén van de gekste ervaringen die ik heb mogen meemaken op twee wielen stamt uit de tijd dat ik weinig geld had maar des te meer tijd (vreemd, overigens, zoals die twee grootheden elkaar steeds opheffen). Hoe dan ook, ik had een hele 'originele' BMW R24 op de kop getikt en probeerde een compromis te vinden tussen opknappen maar vooral rijden: want dat wilde ik heel erg graag blijven doen. Dit exemplaar stamde uit 1956 en was inmiddels vier keer overgespoten waaronder een dikke laag oranje door iemand die op koninginnedag ermee door Amsterdam heeft gereden. Hij (want het was echt een hij) was uitgerust met een zijspanbak, dus vier versnellingen vooruit maar helaas lag de top op ongeveer 80 kilometer per uur waardoor de eerste de beste brommer met een 20 millimeter Del Orto en twee tandjes erbij op het sprocket me voorbij stoof alsof ik stil stond. Maar ik was gelukkig met mijn eerste hele echte motorfiets en reed ermee naar school, naar m'n vakantiewerk, naar m'n vrienden die allemaal op van die oudjes rondtuften en vooral met vriendinnen en hopelijk aanstaande vriendinnen op het provisorisch aangebrachte buddyzitje achterop. Een mooie tijd, met veel warme herinneringen dus. De machine was een voorbeeld van betrouwbaarheid. Je startte hem met een welgeplaatste en goedgetimede trap en hij liep. Altijd. Nooit liet deze machine uit '56, met voor die tijd al verouderde technologie me in de steek. Nog steeds is een compliment voor de degelijkheid en doorwrochtheid waarmee deze machines werden gebouwd op zijn plaats. Het grote probleem ontstond toen ik bij de vele omschakelingen tussen 'weekeinde opknappen' en 'door-de-week rijden' inderhaast vergat een essentieel onderdeel stevig aan te draaien voor vertrek: de borgpennen voor de achteras. Het is interessant om achteraf te constateren hoelang dat goed gaat, trouwens. De maandagochtend ben ermee van huis naar school gereden: 10 kilometer. Die middag ben ik ermee naar de lokale kroeg gereden voor een potje biljarten met een paar vrienden en weer terug naar school: 20 kilometer. De rit van school naar huis is echter de rit waar het allemaal mis ging. De rit voerde over een dijk tussen Gouda en Haastrecht. Een hele mooie rit van een kilometer of 8 langs velden en weilanden, langs water en bomen met heel veel hele mooie bochten. Kortom, elke keer een plezier om te rijden en die dag reed ik met evenveel plezier als altijd ... totdat ik, midden in een bocht, plotsklaps rechtuit ging ondanks het feit dat ik toch duidelijk lekker linksom in die mooie bocht hing!! De as lag er namelijk uit. In de meeste gevallen zou een dergelijke onverwachte manoeuvre geen al te grote consequenties hebben gehad ware het niet dat ik al op het randje van het asfalt reed en daarbij de dijk plotsklaps overging in een 4 meter lager gelegen weide met schapen - zo ook ik, met de R24 uit 1956. We bleven op de wielen maar rechtuit rijden. Met een losgeschoten achteras met cardanaandrijving lukte dat echt niet meer. Het moet een heel mooi schouwspel zijn geweest voor de passant op de dijk die het allemaal zag: een mooie oude motor ineens de dijk af, door een weiland met schapen die gemoedelijk uiteenliepen om voor mij de weg vrij te maken naar - jawel - de Hollandse IJssel. Deze rivier is niet breed daar ter plaatse maar wel heel diep. Hij werd toen regelmatig op diepte gehouden om de beroepsvaart in staat te stellen er frequent gebruik van te maken. En dat deden ze! Zo ook de schipper die hetzelfde schouwspel zag als de eerder genoemde passant op de dijk maar van een ander gezichtspunt: zijn stuurhut. Hij zag een bijna stuurloze motor recht op de rivier afstormen,terwijl de berijder panisch poogde snelheid te verminderen met remmen, voeten en armen.
Zowel de passant als de schipper vroegen zich op exact hetzelfde moment af, zonder het van elkaar te weten, of deze motor met berijder op tijd tot stilstand zou komen om een nat pak en het onvermijdelijk verlies van de motor te voorkomen. Ik kan me nog net herinneren dat ik hoorde hoe de schipper het toerental van zijn dieselmotor terugnam, voordat ik met een sierlijke boog over het stuur van het achter de beschoeiing stekende voorwiel van de R24 heen vloog en met een trieste plons het water in ging. Het gevoel van opluchting dat de motor op het droge bleef, werd snel overschaduwd door het besef dat het om de donder niet meevalt om boven water te blijven met motorpak, helm, handschoenen en laarzen aan. Eerlijk gezegd voelde ik paniek zich meester van mij maken totdat ik een haak voelde waar ik dankbaar aan vasthield en die mij in staat stelde weer op de kant te komen. De schipper had razendsnel mijn leven gered maar was al verder gevaren voordat ik goed en wel bekomen was van de schrik. De passant was inmiddels door het weiland gelopen en met hem heb ik de motor weer op de wielen gezet, de achteras vastgezet en ik ben, nat weliswaar, op weg gegaan, door het weiland, de dijk op en weer naar huis. Ik was nog geen 10 minuten later thuis dan normaal maar die minuten zal ik nooit meer vergeten - evenals die behulpzame, onbekende schipper die ik nooit heb kunnen bedanken voor zijn hulp
Rob