Een gedenkwaardige rit
- Details
- Categorie: Verhalen
Op een dag liet mijn buurman mij een advertentie in een Frans motorblad zien waarin een oproep stond aan alle BMW ééncilinder rijders om zich op te geven. Deze ledenlijst zou het begin van een uitwisseling van ervaringen en onderdelen kunnen worden. Ik schreef hem. Hij heette Jean-Michel Marandin, woonde in VilleJuif bij Parijs en schreef mij dat hij een "Reunion" had uitgeschreven in Auvergne. Dat was in november 1980. Het was aardig weer en de R26 had met een uitgelijnde krukas, nieuwe zuiger en kleppen en een opnieuw gewikkeld anker weinig bezwaar tegen een 2100 km lange tocht in het weekend. Het was zacht herfstweer en ik zou vrijdagmiddag naar Parijs rijden en vervolgens samen met Jean-Michel naar Auvergne doorrijden. Jean-Michel bleek een behoorlijk chaotische figuur te zijn die woonde in een pand dat in de tijd van koning Lodewijk de Zestiende vooral gebruikt werd om onderweg paarden te kunnen verwisselen. In de voormalige stallen stonden diverse oude auto's, maar ook enkele eencylinders en een R 69 S. In het huis bleek dat Jean-Michel over een enorme collectie motorblaadjes beschikte, met name Moto-Revue's, en een bulk aan stripboeken. De volgende morgen reden wij zuidwaarts en Jean-Michel vond het niet gemakkelijk het tempo aan de Mono aan te passen. In de bergen heb ik aan de R 26 zitten schroeven zoals nooit tevoren. Maar ik bleef bij en midden in het herfstige en goudgele landschap was in een klein dorpje een lege boerderij waarin de Reunion zou plaatsvinden. Ik weet het niet meer exact wie er nog meer kwamen. Een paar met een auto, nog een monomaan die met zijn Honda was gekomen. En later kwam er in het donker nog een type het erf op rijden met een heuse Mobylette! Er waren grote rekken op gelast met een stamp bagage, waarbij onder meer een compleet motorblok. Deze jongen was onderweg naar de Sahara om vandaar via een of ander land aan de Ivoorkust weer scheep te gaan naar Frankrijk. Deze waanzinnige actie maakte mij bescheiden over mijn eigen kilometertjes. Al met al was ik wel de enige die echt op een BMW MONO was gekomen. Toch vond ik het een geslaagde bijeenkomst. Het was één en al franse keuken met veel worst en knoflook en 's avonds keken we naar dia's van de één of andere oldtimer manifestatie. Ik leerde behoorlijk bij. De volgende morgen was er een kraakheldere lucht en ik mocht over de landweggetjes rijden met een vooroorlogse Peugeot. Vervolgens maakten we een excursion en bezichtigden we onder meer een Harley verzameling. Een spierwitte zijspancombinatie uit de jaren 10-20 herinner ik mij. In het donker scheurden wij weer terug en ook toen raakte ik het spoor niet bijster hoewel ik éénmaal zelfs, in plaats van de haarspeldbocht te nemen, een weiland inreed. We gingen niet naar bed maar na een korte maaltijd reden we weer terug naar Parijs, dwars door de nacht. Het was begonnen te vriezen en daar had ik niet op gerekend. Maar we moesten door. Ik herinner mij dat wij door een dorpje heenreden waarin, midden in de nacht, een rood licht stond voor een oversteekplaats. Rechts van mij stond in een zijstraat een politiewagen met draaiende motor. Ik probeerde te remmen maar door de kou kwam ik pas bij het volgende stoplicht tot stilstand. Wij moesten onze papieren laten zien en ik verwachtte een zware bekeuring, maar de gendarmes hadden zo'n bewondering voor onze onderneming (en waarschijnlijk ook voor onze, voor hen zo bekende, motorfietsen) dat zij ons door lieten rijden! In Parijs probeerde ik nog wat te slapen en om een uur of tien 's morgens vertrok ik in de vrieskou nadat Jean-Michel mij eerst nog geleerd had hoe je azijn moet maken. Hij wilde een restaurant gaan beginnen, later. Hij en zijn toenmalige vrouw Lala hadden mij enorm verwend met hun gastvrijheid en steeds opnieuw ontmoette ik een hoop hartelijkheid en gemoedelijkheid. Het was voor mijn gevoel zelfs een beetje een anarchistische subcultuur. Tijdens de rit naar huis, ergens tussen Amiens en Lille kwam ik tot de conclusie dat zo'n lijst met BMW-MONO vrienden toch ook in Nederland te maken was!
Thuis plaatste ik een advertentie in het blad "Motor" en in het blad "Motorvisie" (dat had je toen nog) en heel beslissend was de stand die wij van iemand mochten opzetten in een Oldtimerbeurs in Veenendaal. Wij, dat waren Rob Frik, de eerste die zich had aangemeld, en ik. Wij hadden van BMW Nederland veel reclamespullen gekregen. Het regende toen leden. Er bleek een enorme behoefte tot organisatie te zijn en onze opzet om een BMW-MONO register op te zetten liep al snel uit op een cluborganisatie met een clubkas, een blad en regelmatige ontmoetingen. Op het bedrijfsterrein van mijn vader, in Amersfoort, waren twee maal samenkomsten, er kwam een leuk weekend in Neede onder leiding van Gerrit Wormeester en veel mensen uit die tijd zijn nog steeds lid. We ontdekten Flora en we presteerden het die eerste tijd om op iedere eerste zondag van de maand bij elkaar te komen. (Ik zal nooit meer zulke lekkere uitsmijters eten, zeker niet geserveerd in een stofjas!) Zo kon de club snel groeien. In het begin maakte ik het blad, hield ik zelf de kas bij en was ik voorzitter. Gelukkig werd Ingrid de Vries toen secretaris en kwam er tenslotte een echt bestuur met statuten en zo. Maar hoewel het er nu allemaal veel gesmeerder aan toegaat wat organisatie betreft, maar ook beter, omdat er nu in het hele land ritten worden gereden, ben ik toch wel weemoedig als ik aan die eerste dagen denk. Dat heeft vooral met mijzelf te maken. Die vrijheid van toen komt voor mij niet meer terug. Die mengeling van benzine en een vriesdroge herfstlucht, ploffen door een Frans boerendorp, en rijden door de nacht met bijkans afgestorven ledematen, een motortreffen op Place de la Bastille, de lucht van knoflook en azijn; het is een wereld van ervaringen die ik heb willen samenballen in het concentraat BMW Monoclub. En dat verdikkingsmiddel laat zich gelukkig op vele manieren oplossen. Tijdens de korte momenten bijvoorbeeld, toen ik even kon inhaken bij de "Grote Landelijke Mono-Monsterrit". Ik heb toen weer geproefd dat er velen zijn die deze smaak blijven herkennen!
Gert Dekker